Romans, novellen

Marianne Philips verrast met deze sprankelende roman over het revolutionaire, tragische en luchthartige Wenen van 1933. Rondom een gouden bruiloft als middelpunt speelt zich het kleurig gebeuren af van één etmaal: politieke beroering, verarmde aristocratie, muziek, liefde, ontwortelde felle jeugd. Philips heeft de verhalen van de verschillende personages zo prachtig in elkaar laten grijpen dat er een organische eenheid is ontstaan, waar speelsheid en tragiek, bruiloftsgenoegens en noodlotsdreiging afwisselen en elkaars effect versterken. Maar het allermooiste is wel dat in dit wisselende spel van tegendelen de sfeer van het oude, voorbije Wenen aanwezig is, onvergankelijk in zijn onvergankelijkheid. Met Bruiloft in Europa heeft Philips een uitermate levenskrachtige roman geschreven, die in zijn veelzijdige mensenliefde tot de opvallendste romans van de Nederlandse literatuur gerekend mag worden.

De amorele en schelmachtige levensgenieter Tobias Termaete, met zijn dandyisme en zijn verachting van andere mensen, bezint zich op zijn leven na de ontvangst van een briefje over de zelfmoord van een bekende, en aanvaard de zekerheid van de dood. Merkwaardig genoeg lukt het hem steeds weer zich de dood van het lijf te houden en slaagt hij er ten slotte in te breken met het verleden. Dit in zuiver en suggestief proza geschreven verhaal behoort tot de hoogtepunten uit onze romanliteratuur. J. van Oudshoorn, pseudoniem van Jan Koos Feylbrief (1876-1951), is een van de merkwaardigste schrijvers van zijn generatie. ‘Nee, ik geloof niet dat er in de Nederlandse literatuur noch ook in andere literaturen iets soortgelijks te vinden is en daarom behoren de werken van Van Oudshoorn voor mij bij ‘het beste aller dingen’.’ – Maarten ’t Hart

Betsy den Ekster is een ongelukkig getrouwde, mooie jonge vrouw die haar man uit de weg laat ruimen om een beter huwelijk te kunnen doen en met behulp van goena-goena, of de stille kracht, probeert een keurige, in hoog aanzien staande, gelukkig getrouwde notaris in haar netten te strikken en zodoende bijna een gelukkig gezin te gronde richt. In de met energie geschreven roman Goena-goena geeft P.A. Daum (1850-1898) zonder opsmuk een haarscherp en kleurig beeld van het koloniale leven aan het eind van de 19de eeuw, ook nu nog doet zijn zeer leesbare roman nauwelijks verouderd aan.

De berg van licht is een historische roman over de opkomst en val van Bassianus-Antoninus-Helegabalus (Heliogabalus), een jonge en mooie androgyne Syrische zonnepriester, die door de Romeinen tot keizer wordt verheven en van 218 tot 222 over het in verval rakende Romeinse rijk heerste. Op een zeer beeldende manier, vol esthetisch hedonisme en met talloze verwijzingen naar homo-erotische liefde, weet Couperus het decadente Rome tot leven te wekken. De berg van licht wordt door velen gezien als Couperus' beste historische roman. Louis Couperus (1863-1923) wordt door velen beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers uit de Nederlandse literatuur. Hij is auteur van een enorm oeuvre van o.a. psychologische romans, historische romans, reisimpressies, etc.

Het absolute meesterwerk Een Hollands drama is een psychologische roman over het besef van zonde en schuld. In de intrigerende roman, die zich afspeelt in het 19de-eeuwse Haarlem, staat de strijd centraal tussen de rechtvaardige kruidenier Gerbrand Werendonk en zijn lichtzinnige neef Floris. Een strijd waarin beiden hun ondergang tegemoet gaan.'Zonder twijfel een van de beste, zo niet de allerbeste roman van Van Schendel.' - Nop Maas

'De boer die sterft', een aangrijpend verhaal over het afscheid van het leven, is een van de meest imponerende prozawerken van Karel van de Woestijne (1878-1929) en een van de mooiste verhalen uit de Nederlandstalige literatuur.De eenzame en zich door het leven te kort gedaan voelende oude boer Nand wordt aan zijn sterfbed bezocht door de vijf zintuigen in de gedaante van vijf vrouwen die in zijn leven een rol gespeeld hebben. Door hem te herinneren aan het geluk dat hij in het verleden gekend heeft, kan hij toch verzoend sterven.Van de Woestijne schreef deze symbolische novelle in 1914 en het verscheen voor het eerst in 'Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift' in 1915. Het werd vrijwel meteen en unaniem geprezen als een meesterwerk en wordt tot de klassieken van de Nederlandse letterkunde gerekend.

De biezenstekker is het jongetje Julken, een bastaardkind dat door zijn moeder bijna wordt vermoord en dat zij laat verkommeren om de gunsten van haar uit de gevangenis teruggekeerde man, Cloet, voor zich terug te winnen. Cyriel Buysse (1859-1932) was een belangrijke Vlaamse naturalistische auteur. Hij was medeoprichter van het toonaangevend tijdschrift ‘Van Nu en Straks’ en, samen met onder meer Louis Couperus, van het tijdschrift ‘Groot Nederland’. In ‘De biezenstekker’, dat voor het eerst in 1890 in het juninummer van ‘De Nieuwe Gids’ verscheen, beschrijft hij op meesterlijke wijze de rauwe levensrealiteit van de onderste laag van de bevolking in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De novelle maakte hem bekend in Nederland waar hij in het algemeen meer waardering zou vinden dan in Vlaanderen. Pas op latere leeftijd vond Buysse erkenning in Vlaanderen. In 1921 ontving hij de driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza.

Het grijze kind is een roman over een vroegwijs kind; een kind met de blik van een grijsaard; een kind dat al veel beleefd heeft; een kind met die onbestaanbare voorlijkheid van begrip. 'Met een ironische, onthullende blik ziet het grijze kind het dwaze burgermansmilieu waarin het opgroeit. Zijn scherpe observaties werden genoteerd door Theo Thijssen, wiens geestige pen er een boek van maakte dat al tientallen jaren velen in ons land dierbaar is en stellig nog duizenden nieuwe vrienden maken zal.' - Simon Carmiggelt 'Het grijze kind is in het oeuvre van Thijssen een uitzonderlijk boek en ook in de literatuur kent het zijn weerga niet.' - T. van Deel 'Het is een meesterlijk, geestig, gemeen boek én het boek waar Thijssen zélf het meest om gaf.' - Guus Kuijer 'Voor mij mag Theo Thijssen zeker om dit boek de literatuurgeschiedenis in.' - Kees Fens

Zoals heden ten dage van jihadistisch en rechts-extremistisch terrorisme, hing in het fin de siècle voortdurend de dreiging van gewelddadig anarchisme in de lucht. In de roman De dromers (1900) beschrijft Maurits Wagenvoort de wederwaardigheden en het gevoelsleven van Hugo de Vos, een jonge socialist die om een gevangenisstraf in Nederland te ontlopen de wijk heeft genomen naar Parijs. Door de omgang met allerlei kleurrijke en idealistische figuren en door de armoede en onrechtvaardigheid die hij om zich heen ziet, radicaliseert hij geleidelijk tot het anarchisme en pleegt een terroristische daad. Wagenvoort was een van Couperus' beste vrienden en De dromers een van diens lievelingsromans. Het was een in zijn tijd veelbesproken werk en bijzonder populair onder anarchisten. De roman zou een kleine klassieker uit de Nederlandse literatuur kunnen zijn maar is volstrekt 'vergeten'. De Parijse setting, aangekleed met anarchisme, moderne kunst, mystiek, occultisme en decadentie maken het een buitengewoon levendige roman die eenieder met interesse in Couperus, politieke geschiedenis en cultuurhistorie zal boeien. De dromers is het vierde deel in de reeks Rondom Couperus, waarin door Couperus bewonderde, beïnvloede of anderszins verwante literaire teksten van rond 1900 zullen worden uitgegeven. De reeks wordt verzorgd door fin de siècle-kenner Sander Bink van rond1900.nl.

De ontroerende historische roman De waterman die zich afspeelt in eerste helft van de 19de-eeuw gaat over de eigengereide en eenzelvige dijkenbouwer en buurtschipper Maarten Rossaart die al vanaf zijn jeugd wordt aangetrokken door de rivier en een bijzondere band ontwikkeld met het water.

Fabriekskinderen is in 1863 door J.J. (Jacob Jan) Cremer (1827-1880) geschreven als literair pleidooi voor de afschaffing van kinderarbeid. Kinderarbeid, ook van zeer jonge kinderen, was in die tijd heel gebruikelijk. Cremer schreef de novelle op verzoek van ingenieur van het stoomwezen A. de Vries Robbé die door de regering aangesteld was om te rapporteren over kinderarbeid. Hij schakelde de schrijver in omdat de wetgeving hem te langzaam ging. Hij hoopte dat een verslag van de populaire Cremer zou helpen om snel tot een verbod te komen. Cremer was indertijd een van de meest succesvolle schrijvers en voordrachtkunstenaars. Hij was een van de eerste Nederlandse schrijvers die kon leven van zijn werken en voordrachten. De Vries Robbé nam Cremer mee naar een Leidse textielfabriek, waarna de geschokte Cremer de novelle binnen zes weken schreef. Hij droeg hem op 11 maart 1863 in de Den Haag voor het eerst voor en reisde er daarna het hele land mee door. De regering bleef echter bijzonder laks met wetgeving. Pas in 1874 werd een wet aangenomen die door het Kamerlid Samuel van Houten was ingediend. Het Kinderwetje Van Houten verbood arbeid van kinderen onder de twaalf jaar. Kinderarbeid is pas helemaal verdwenen na de invoering van de leerplichtwet in 1901. Na zijn overlijden is Cremers werk langzaam maar zeker in de vergetelheid geraakt. Tegenwoordig dankt Cremer slechts nog enigszins historische bekendheid aan zijn inzet in de strijd tegen de kinderarbeid.